
Redder van de wereld
Een klein jaar geleden ben ik begonnen met me verdiepen in onderwerpen zoals trauma, disability justice en hoe dat doorwerkt in gemeenschappen en in de kerk. Het begon als een interesse, maar ondertussen is het uitgegroeid tot een passie. Als ik lees over hele gemeenschappen die getraumatiseerd zijn, wordt er een vuur in mij wakker. Ik kan de opkomende verontwaardiging - en de boosheid - vaak niet stoppen als ik lees over mensen met een beperking die gemarginaliseerd worden. Die niet als een mens beschouwd worden en dus ook niet menselijk behandeld worden. Dan voel ik de drang om de hele wereld te redden. Het is een haast onweerstaanbare drang. Het liefst wil ik dan al het andere laten vallen en onrecht tegengaan.
De Bijbel over onrecht
In de Bijbel gaat het regelmatig over het tegengaan van onrecht. Recht doen wordt geprezen, terwijl onrecht doen wordt veroordeeld. Een voorbeeld daarvan is koning Josafat die de door hem aangestelde rechters het volgende opdraagt in 2 Kronieken 19:7: "Laat u leiden door vrees voor de HEER en neem u in acht, want de HEER, onze God, duldt geen onrecht, partijdigheid of corruptie." Andere voorbeelden van hoe de Bijbel, in het Oude Testament, spreekt over onrecht zijn:
"Voor wie onberispelijk zijn weg gaat is de HEER een vesting, wie onrecht doet, vernietigt Hij." - Spreuken 10:29, NBV21
"Spreek voor hen die weerloos zijn, bescherm het recht van de vertrapten. Spreek, oordeel rechtvaardig, geef de armen en behoeftigen hun recht." - Spreuken 31:8-9, NBV21
En ook in het Nieuwe Testament komt het terug, bijvoorbeeld in de volgende teksten:
"Stel uzelf niet langer in dienst van de zonde als een werktuig voor het onrecht, maar juist in dienst van God, als levenden die uit de dood zijn opgewekt. Stel uzelf in dienst van God als een werktuig voor de gerechtigheid." - Romeinen 6:13, NBV21
"Weet u niet dat wie onrecht doet geen deel zal hebben aan het koninkrijk van God? Vergis u niet. Ontuchtplegers noch afgodendienaars, overspeligen noch mannen die zich prostitueren of die andere mannen misbruiken, dieven noch geldwolven, dronkaards, lasteraars noch uitbuiters zullen deel hebben aan het koninkrijk van God." - 1 Korintiërs 6:9-10, NBV21
Je afzetten tegen onrecht is niet verkeerd. Juist niet zelfs. Onrecht hoort niet thuis in het leven met God. Het heeft namelijk geen plaats in het koninkrijk van God, omdat er geen plaats voor is bij God. Hij is een God van recht. Hij beschermt de weduwen en wezen (Ps. 140:13). Hij doet recht aan de zwakken en armen, aan mensen die onderdrukt worden (Ps. 103:6). Als je de Bijbel leest, is het tegengaan van onrecht niet weg te denken als je voor God leeft, maar juist een wezenlijk onderdeel van het leven van een christen.
"Ik ben niet genoeg, Hij is het wel. Ik ben het nooit geweest, Hij was het altijd al. Een last valt van mijn schouders af."
Redder van de wereld
Als ik weer die sterke drang voel om alles te laten vallen en de wereld te redden, moet ik niet vergeten dat ik de wereld niet kán redden. Denken dat ik het wel kan, is niet alleen onterecht maar ook hoogmoedig. Het is hoogmoedig omdat ik daarmee beweer dat ik de persoon ben die de wereld nodig heeft. Alsof ik geen fouten zou kunnen maken, alsof het alleen beter zou kunnen worden door mij. Als ik de gebrokenheid in mijn eigen leven niet weg kan nemen, waarom zou ik dan wel al de gebrokenheid van de wereld weg kunnen nemen.
Daarnaast hóéf ik de wereld ook niet te redden. Er is er maar Eén die de hele wereld nodig heeft en Hij is al gekomen: Jezus, Hij kwam tweeduizend jaar geleden naar de wereld. Hij kwam om de wereld te redden. Zoals alleen Hij dat kan. God en mens. Zonder zonden. In volmaakte gehoorzaamheid aan de Vader. Ik ben niet genoeg, Hij is het wel. Ik ben het nooit geweest, Hij was het altijd al. Een last valt van mijn schouders af. Een last die nooit de mijne was om te dragen in de eerste plaats. Ik hoef de wereld niet te redden. Hij heeft het al gedaan.
Dat geldt voor mij, maar net zo goed voor jou. Je hoeft jezelf niet te redden en de wereld evenmin. Je kan het ook niet. Jezus wel. Hij is ook voor jou naar de aarde gekomen. Hij kan je niet alleen redden, maar Hij wil het ook. Juist in deze tijd van het jaar – als we naar Pasen toeleven – wordt dat duidelijk. Hij is gestorven én opgestaan. Hij wil ook jouw Redder zijn als je in Hem gelooft.
"De Mensenzoon is gekomen om te zoeken en te redden wat verloren was." - Lucas 19:10, NBV21
"Door niemand anders kunnen wij worden gered, want zijn naam is de enige onder de hemel die de mens redding biedt." - Handelingen 4:12, NBV21
"Belijden we onze zonden, dan zal Hij, die trouw en rechtvaardig is, ons onze zonden vergeven en ons reinigen van al het onrecht dat wij bedrijven." - 1 Johannes 1:9, NBV21
"Wat een opluchting, ik hoef alleen maar te gehoorzamen en te volgen in de voetstappen van mijn Maker en Redder."
Volgen in Zijn voetstappen
Daarom, als ik weer zoiets lees, leer ik mijn verlangen en onmacht in Gods handen neer te leggen. Ondertussen ga ik door met mijn werk en mijn studie, want daar ligt voor nu mijn roeping. Ik probeer te doen wat ik wel kan doen op de plek die ik nu inneem. In het vertrouwen dat Hij mij zal zenden waar Hij mij wil hebben. Dan draag ik de last die wel voor mij bestemd is, namelijk een zacht juk en een lichte last (Matt. 11:29-30). Voor nu hoef ik slechts Jezus' juk op mij te nemen, Zijn beeld uit te dragen en mij in te zetten voor het Koninkrijk in de wetenschap dat Hij eens alles goed en nieuw zal maken. Wat een opluchting, ik hoef alleen maar te gehoorzamen en te volgen in de voetstappen van mijn Maker en Redder.
"Na lange tijd keerde de heer van die dienaren terug en vroeg hun rekenschap. Degene die vijf talent ontvangen had, kwam naar hem toe en overhandigde hem nog vijf talent erbij met de woorden: "Heer, u hebt mij vijf talent in beheer gegeven, alstublieft, ik heb er vijf bij verdiend." Zijn heer zei tegen hem: "Voortreffelijk, je bent een goede en betrouwbare dienaar. Omdat je betrouwbaar was in het beheer van een klein bedrag, zal ik je over veel meer aanstellen. Wees welkom bij het feestmaal van je heer." Ook degene die twee talent ontvangen had, kwam naar hem toe en zei: "Heer, u hebt mij twee talent in beheer gegeven, alstublieft, ik heb er twee bij verdiend." Zijn heer zei tegen hem: "Voortreffelijk, je bent een goede en betrouwbare dienaar. Omdat je betrouwbaar was in het beheer van een klein bedrag, zal ik je over veel meer aanstellen. Wees welkom bij het feestmaal van je heer." - Matteüs 25:19-23, NBV21
"Dan zal de koning tegen de groep aan zijn rechterzijde zeggen: "Jullie zijn door mijn Vader gezegend, kom en neem deel aan het koninkrijk dat al sinds de grondvesting van de wereld voor jullie bestemd is. Want Ik had honger en jullie gaven Mij te eten, Ik had dorst en jullie gaven Mij te drinken. Ik was een vreemdeling en jullie namen Mij op, Ik was naakt en jullie kleedden Mij. Ik was ziek en jullie bezochten Mij, Ik zat gevangen en jullie kwamen naar Mij toe." Dan zullen de rechtvaardigen Hem antwoorden: "Heer, wanneer hebben wij U hongerig gezien en U te eten gegeven, of dorstig en U te drinken gegeven? Wanneer hebben wij U als vreemdeling gezien en opgenomen, U naakt gezien en gekleed? Wanneer hebben wij gezien dat U ziek was of in de gevangenis zat en zijn we naar U toe gekomen?" En de koning zal hun antwoorden: "Ik verzeker jullie: alles wat jullie gedaan hebben voor een van de geringsten van mijn broeders of zusters, dat hebben jullie voor Mij gedaan." - Matteüs 25:34-40, NBV21
